Vlooien zijn kleine parasitaire insecten die heel veel voorkomen bij huisdieren. De twee meest voorkomende soorten zijn ctenocefalides canis (hondenvlo) en ctenocefalides felis (kattenvlo). Wat wel interessant is, is dat honden vaker last krijgen van kattenvlooien dan van hondenvlooien.
Huisdieren worden besmet wanneer ze in een omgeving zijn waar vlooien zijn. De volwassen vlooien bijten zich vast in de huid van het dier en zuigen bloed op om hun eitjes te kunnen leggen. Een vlo kan tientallen eieren per dag leggen. Vervolgens vallen deze in de omgeving waar het dier zicht beweegt/bevindt en ontwikkelen zich tot larven. De larven kruipen weg van het licht en verstoppen zich bijvoorbeeld in het tapijt. Maar ook in kieren en naden van het parket. Na enkele weken verpoppen ze zich en door prikkels (bijvoorbeeld) trillingen in de omgeving komen er nieuwe vlooien uit. Die springen dan gauw weer op een nieuwe gastheer, jou hond of kat.
De beet van de vlo zorgt voor jeuk! De hond of kat zal op die plekken gaan krabben of bijten. Door met een vlooienkam de vacht van je hond of kat te kammen kun je controleren of je huisdier vlooien heeft. De voorkeurplekken van vlooien zijn de rug en voornamelijk de aanzet van de staart en de oksels.
Vaak zijn de vlooien niet te vinden maar vlooienpoepjes zijn wel makkelijker te vinden. Die zien er uit als kleine zwarte korreltjes. Als je twijfelt of de korreltjes vlooienpoep zijn of gewoon viezigheid, kunt je over de kam wrijven met een natte tissue. Als het vlooienpoep is zie je op de tissue rode vlekjes. Dat komt doordat vlooien bloedzuigende parasieten zijn.
Sommige katten en honden kunnen enorm last krijgen van vlooien en zichzelf kapotbijten of krabben. Dan is er sprake van vlooienallergie. Dieren met vlooienallergie hebben vaak rode rauwe plekken (hotspots) op de achterste helft van hun lichaam. In ernstige gevallen en vooral bij hele jonge dieren of oude dieren in slechte conditie, kunnen vlooien bloedarmoede veroorzaken. Soms kunnen vlooien een hond of kat met lintworm besmetten.
Er bestaan heel veel verschillende middelen tegen vlooien. Wat je het beste kunt gebruiken hangt van de situatie af. Overleg daarom met jou dierenarts. Meestal wordt er een spot-on (druppels) op de vacht van het huisdier aangebracht. Wanneer dat maandelijks gegeven wordt, zorgt dit ervoor dat je huisdier vlo vrij blijft. Als alternatief zijn er tabletten, bandjes, sprayen, shampoos en poeders die tegen vlooien werken. Niet elk middel kan gebruikt worden bij elke diersoort. Er zijn bijvoorbeeld vlooien pipetten voor honden die giftig zijn voor katten.
Wanneer je vlooien in de vacht van je huisdier ziet, zie je eigenlijk alleen het topje van de ijsberg. Het is dus heel belangrijk bij een vlo besmetting alle huisdieren en de omgeving ook mee te behandelen. De behandeling van de omgeving omvat: stofzuigen (en stofzuigzak gelijk goed sluiten en weggooien), het wassen van alle dierenkleedjes en vaak het gebruik van een omgevingsspray. Ook het uitkammen van de vacht en het verwijderen van de vlooien en vlooienpoep is essentieel.
Vaak wordt er gedacht dat vlooien een ‘zomerkwaal’ is. Dat is echter niet waar. In het asiel krijgen we regelmatig midden in de winter ook katten en honden met heel veel vlooien in hun vacht binnen. De vlooienpopulatie buiten wordt inderdaad vooral in de zomer uitgebreid. Poppen kunnen tot 1 jaar in een huiselijke omgeving overleven.
Ook denken mensen dat een binnen kat geen vlooien kan krijgen. Maar vlooieneitjes kunnen wel makkelijk naar binnen worden meegenomen, bijvoorbeeld onder de schoenen van de huisgenoten of het bezoek.