In ons asiel hebben we plaats voor zo’n 350 katten. Van jong tot oud komen ze binnen, achtergelaten in een leeg huis of zwervend op straat gevonden. Gelukkig zijn er ook mensen die zelf hun dier komen brengen als ze er niet meer voor kunnen zorgen.
De binnengekomen zwerfkatten gaan eerst twee weken in quarantaine. Dit geeft een eventuele eigenaar de kans om zijn dier op te halen. Nadat deze wettelijke termijn is verstreken, mogen wij een nieuw thuis voor ze zoeken Dat betekent meestal niet dat we dit na die twee weken al kunnen doen.
De katten gaan de dag van binnenkomst naar onze interne dierenkliniek. Onze dierenarts controleert de gezondheid van de katten waarna ze worden gevaccineerd, gechipt (indien nodig), ontwormd en ontvlooid. Er wordt dan ook gekeken naar de algehele conditie van de kat en of er meer nodig is, zoals een gebitssanering, een castratie/sterilisatie. Of andere noodzakelijke behandelingen. Deze behandelingen vinden plaats na veertien dagen als de kat niet is opgehaald door de eigenaar.
Gedurende het verblijf wordt eten, drinken, ontlasting en plassenm dagelijks bijgehouden. Ook krijgen de vaste verzorgers een goede indruk van het karakter/gedrag van de kat. Is hij bang of heel sociaal, afwachtend of juist onderzoekend. Wat vindt hij van andere katten, van knuffelen, van oppakken? Heeft hij veel uitdaging nodig, dus graag een tuintje in ’n nieuwe thuis, of is het een ‘binnenkat’?
Zowel op medisch gebied als bij eventuele gedragsproblemen wordt alles gedaan om de kat weer een kans te geven op een fijn thuis. Wij hebben een eigen, interne kliniek met twee dierenartsen en vier assistenten. Op de kattenafdeling werken gediplomeerde verzorgers/gedragstherapeuten, die op een diervriendelijke manier aan de slag gaan met het gedrag.
De ene kat moet wat langer wachten op een gouden mandje als de andere… maar gelukkig adopteren veel mensen een asielkat.